Paragraaf Lokale heffingen

Op grond van de Waterwet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zodanig vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water. De reden dat er in 2021 meer baten dan begroot zijn geweest is doordat er in 2021 een inhaalslag is geweest in het innen van de grondwaterheffingen uit voorgaande jaren.

De Verordening Leges Infrastructuur is effectief per 01-01-2021. Het aantal vergunningaanvragen x de tarieven is de som voor het begrotingscijfer. Uit de evaluatie blijkt dat het aantal vergunningaanvragen 2021 substantieel achter is gebleven bij de prognose. Hiernaast viel een deel van de vergunningaanvragen in een lagere tariefcode dan was voorzien. Bij elkaar verklaart dit de substantieel lagere opbrengst.

Het belastinggebied van de provincies is voor algemene belastingen beperkt tot de opcenten op motorrijtuigenbelasting en precariobelasting. De opcenten genereren de grootste opbrengst en bedragen meer dan de helft van alle reguliere inkomsten van de provincie. In 2021 is de uiteindelijke werkelijke opbrengst van de opcenten € 350,7 mln, terwijl na wijziging € 347,8 mln was begroot , een verschil van 0,8%. In 2020 was de totale opbrengst uit opcenten € 343,7 mln.
Het bedrag in de bijgestelde begroting is gebaseerd op de opgave van de belastingdienst aan het begin van het jaar.

Ten opzichte van 2020 is het totale aantal auto’s in Zuid-Holland die onder het volle opcententarief vallen in 2021 licht gestegen. Daarnaast neemt het aandeel auto’s die vallen in het half-tarief en het 0% tarief sterker toe dan het aandeel van de ‘reguliere’ auto’s. De stijging van het aandeel volledig elektrische auto’s en hybride auto’s leidde in 2021 nog niet tot een daling van het absolute aantal ’reguliere auto’s. Hierdoor is er een surplus ontstaan in de opbrengst van € 2,9 mln.  
Provinciale Staten stellen het opcententarief vast. Dit mag het wettelijk maximum niet overschrijden. Het maximum was voor 2021 vastgesteld op 116,8 opcenten, met een tarief van 90,4 in 2021 zit de provincie Zuid-Holland nog ruim onder dit maximum.

Het tarief heeft zich in de provincie Zuid-Holland de afgelopen periode als volgt ontwikkeld:

Ontwikkeling wagenpark:
Er staan eind 2021 in Zuid-Holland iets meer dan 1,6 miljoen personenauto’s geregistreerd in 36 gewichtsklassen. Het wagenpark is met 13.300 auto’s en 3.300 motoren gestegen ten opzichte van een jaar geleden.

Raming inkomsten:
Het verloop van toekomstige inkomsten uit opcenten is voor de lange termijn moeilijk te voorspellen. Dit komt met name door de ontwikkelingen rond de van heffing vrijgestelde elektrische voertuigen, en de gevolgen van coronacrisis.

De provincie heft precariobelasting voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond. In de bij de Verordening precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen. In 2021 zijn de tarieven niet geïndexeerd.

Met de inwerkingtreding van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) per 1 oktober 2010 is de provincie bevoegd gezag voor zowel het milieudeel (IPPC/BRZO) als de zogeheten BRIKS-taken (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen) van de omgevingsvergunning, voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de milieuwetgeving bevoegd gezag is. De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int voor de aanvragen BRIKS de leges, die hiervoor de kosten (gedeeltelijk) moeten dekken. De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Provinciale Staten hebben bij vaststelling van de Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2020 besloten dat het dekkingspercentage 100% moet zijn.
De heffingen 2021 zijn volgens de tarieventabel behorende bij Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2020 opgelegd.

In januari 2017 is de Wet natuurbescherming in werking getreden. Hiermee zijn diverse taken op het gebied van de natuurwetgeving gedecentraliseerd naar de provincies. De provincie Zuid-Holland heft voor een deel van de taken voor natuurbescherming leges op grond van Legesverordening Wet natuurbescherming Zuid-Holland 2020. Door verschillende doorlooptijden van aanvragen loopt de realisatie van leges soms achter bij de prognose.