Vanaf maart 2020 is onze samenleving geconfronteerd met de coronapandemie. Bij de Begroting 2021 hebben wij in een "Kijklijn" aangegeven wat de pandemie betekent voor de uitvoering van ons werk. Voor een deel was die impact bij het opstellen van de begroting bekend. Voor een ander deel heeft het verloop van de pandemie de nodige flexibiliteit in sturing en onze inzet gevraagd.
Maatregelen
Ons college heeft sinds de uitbraak van de coronapandemie een aantal maatregelen genomen. Deze maatregelen hadden tot doel om - in aanvulling op de Rijksmaatregelen - economische schade te beperken en de voortgang van de primaire activiteiten van de provincie te waarborgen gedurende de lockdowns, zoals het openbaar vervoer, beheer en onderhoud, coulance rond verplichtingen subsidiënten en het stimuleren en delen van nieuwe kennis. Wij hebben Provinciale Staten periodiek over de actuele situatie geïnformeerd. De laatste update dateert van april 2021 (informatiebrief aan PS ) inclusief de overzichtstabel met genomen maatregelen.
Algemeen beeld
De impact van corona en de landelijke maatregelen is in al ons werk voelbaar geweest, ook in 2021.
U vindt de effecten terug in vrijwel alle onderdelen van deze jaarstukken. Veelal is er sprake van vertragingen in onze planning of die van samenwerkingspartners of uitstel van activiteiten. Het merendeel van onze plannen is echter uitgevoerd zoals gepland. Organisatie en medewerkers hebben zich ook dit jaar zoveel als mogelijk aangepast en naar mogelijkheden gezocht om het werk te realiseren.
De concrete betekenis van de pandemie op ons werk leest u in de toelichtingen bij de ambities.
Financiële effecten coronapandemie op jaarrekeningdossiers 2021
Debiteuren
De financiële effecten van de pandemie zijn voor 2021, voor wat betreft de vorderingen op debiteuren, zeer beperkt. Gedurende het hele jaar zijn aanslagen opgelegd met betrekking tot provinciale heffingen. De invordering hiervan is in 2021 hervat. Het betaalgedrag in 2021 is vergelijkbaar met andere jaren. Daarnaast is gebleken dat de afboekingen van vorderingen die in 2021 hebben plaatsgevonden niet COVID-gerelateerd waren. Op basis hiervan kan de conclusie getrokken worden dat de pandemie in 2021 niet heeft geleid tot extra financiële lasten voor de debiteurenpositie van de provincie Zuid-Holland.
Leningen u/g en garanties PZH
De belangrijkste leningen die de Provincie Zuid-Holland in 2021 heeft uitstaan betreffen de leningen aan het warmtebedrijf. Door andere omstandigheden dan corona bevindt het warmtebedrijf zich momenteel in een WHOA-traject (Wet Homologatie Onderhands Akkoord). Voor deze leningen is daarom in de jaarrekening 2021 een voorziening getroffen. Daarnaast bestaat er nog een aantal kleinere leningen waarbij een mogelijk financieel effect van corona beperkt is, onder andere als gevolg van het feit dat financiering hiervan plaatsvindt met behulp van subsidieverstrekkingen. De garantstellingen van de Provincie Zuid-Holland betreffen in 2021 vooral de garantstelling aan het Groenfonds. Nadelige financiële effecten als gevolg van corona zijn voor 2021 niet aan de orde bij het Groenfonds. Bijbehorende aflossingen en renteverplichtingen worden via provinciale bijdragen en subsidies betaald waardoor de financiële risico’s beperkt zijn.
Subsidies
Vanwege de uitbraak van het coronavirus kunnen subsidieaanvragers in de problemen komen met termijnen en regels die normaal gesproken gelden voor de door hen ontvangen subsidie. Het gaat dan bijvoorbeeld om het niet tijdig - of zelfs helemaal niet meer - kunnen realiseren van een project, of het niet binnen een voorgeschreven termijn doorgeven van wijzigingen. Omdat wij als provincie Zuid-Holland coulant willen zijn in deze voor velen lastige periode, hebben wij onze Algemene subsidieverordening in juni 2020 aangepast en een afwijkingsbepaling voor corona-gerelateerde problemen opgenomen. In 2021 is in beperkte mate gebruik gemaakt van deze afwijkingsmogelijkheid. Zoals verwacht hebben de eventuele afwijkende prestaties als gevolg van de pandemie geen effect op de hoogte van subsidies en de bijbehorende budgetten. De conclusie kan dan ook getrokken worden dat de extra financiële last op het gebied van subsidies voor het boekjaar 2021 nihil is.
Deelnemingen en verbonden partijen
In het tweede kwartaal 2020 en het eerste kwartaal 2021 is een uitvraag gedaan bij de belangrijkste verbonden partijen naar de effecten van corona. Uit deze twee uitvragen is gebleken dat de verbonden partijen, behalve het Wegschap Tunnel Dordtse Kil, weinig effecten ondervinden van corona. Hierdoor is in het restant van 2021 geen uitvraag meer gedaan.
Evenals het jaar 2020 hebben de verbonden partijen in 2021, behalve het Wegschap Tunnel Dordtse Kil, geen grote gevolgen ondervonden van de corona pandemie. De continuïteit bleef gewaarborgd door aanpassingen in de bedrijfsvoering, zoals het voortzetten van thuiswerken. Er zijn momenteel geen signalen van grote (financiële) risico’s die gevolgen hebben voor de provincie. De risico’s die de verbonden partijen waarnemen, hebben geen grote impact op de werkzaamheden of continuïteit. Er is in 2021 dan ook geen sprake geweest van extra financiële lasten voor de provincie. In de jaarrekeningen 2021 van de verbonden partijen zal tot uiting komen hoe de verbonden partijen met corona zijn omgegaan in het betreffende boekjaar. Dit zal met de analyse jaarrekeningen 2021, analyse begrotingen 2023 publieke partijen en de analyse jaarrekening 2021 private partijen worden gerapporteerd aan provinciale staten.
Wegschap Tunnel Dordtse Kil
Deze gemeenschappelijke regeling exploiteert de Kiltunnel, gelegen tussen de gemeente Hoeksche Waard en Dordrecht. Naast gemeenten is de provincie deelnemer in de gemeenschappelijke regeling.
Door de genomen maatregelen van het Rijk (lockdown en thuiswerkadvies) passeerden in 2020 minder voertuigen de tunnel waardoor minder inkomsten door tol werden gegenereerd. Via het IPO is door de provincie bij het Rijk een claim neergelegd voor de gederfde inkomsten van het Wegschap. Deze claim van € 790.000 is in 2021 gehonoreerd en via de provincie in december 2021 aan het Wegschap betaald.
In 2021 is ook een afname van het aantal motorvoertuigen gesignaleerd als gevolg van de genomen maatregelen door corona. Ook voor deze gederfde inkomsten zal via het IPO een claim bij het Rijk worden ingediend. De hoogte van deze claim is door het ontbreken van de jaarrekening nog niet inzichtelijk. Zodra de jaarrekening is opgesteld en door de accountant is gecontroleerd, zullen de gederfde inkomsten voor het Wegschap worden berekend en zal de claim worden ingediend.
Claims opdrachtnemers infrastructurele projecten
In 2020 is door opdrachtnemers van de PZH een beperkt aantal claims ingediend die corona-gerelateerd zijn. De ontvangen claims zijn in 2021 beoordeeld. Twee claims, met een gezamenlijke waarde van € 5.047.000, zijn in 2021 toegekend. In 2021 is ook een aantal nieuwe claims ontvangen. De gesprekken over deze claims en de beoordeling daarvan vinden in 2022 plaats. Dat claims zullen worden toegekend staat vast, op dit moment is echter nog niet met zekerheid te zeggen in welke mate de ingediende claims kunnen worden toegekend.