Financieringsbehoefte
In de financieringsparagraaf van de Begroting 2021 werd uitgegaan van het aantrekken van nieuwe langlopende schulden van in totaal € 378 mln en een aflossing op leningen van € 43,6 mln. Uiteindelijk is er naast de storting van de 2 leningen met uitgestelde storting van € 50 mln die in 2020 zijn aangetrokken geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken, het totale aflossingsbedrag bedroeg € 42,3 mln. Het verschil tussen de begrote financieringsbehoefte en de werkelijke financieringsbehoefte is veroorzaakt door onderuitputting op investeringen en exploitatiebudgetten.
De gestorte leningen betreffen lineaire geldleningen die in 30 jaar worden afgelost. De looptijd van deze leningen is in grote lijnen gelijk aan de afschrijvingstermijnen van de (wegen)infrastructuur. Door deze relatief lange looptijd van deze leningen gecombineerd met een lineaire aflossing wordt aansluiting gezocht met de afschrijvingslasten. Daarnaast wordt hiermee het evenwicht gezocht tussen beheersing van renterisico en flexibiliteit voor de toekomst.
De financieringsbehoefte gedurende het jaar 2021 was wisselend vanwege pieken in de inkomsten en de uitgaven, zoals de jaarlijkse storting vanuit het BTW compensatiefonds eind juni en de jaarlijkse aflossingen en rentebetalingen aan het einde van het jaar en de subsidiebijdragen van het Rijk voor de Rijnlandroute.
Vanwege deze fluctuaties is er gedurende het jaar ook gebruik gemaakt van kortlopende leningen met een looptijd tot 3 maanden. Er zijn in 2021 in totaal 5 kortlopende leningen aangetrokken met een negatieve rente van in totaal € 213.000.
Aangetrokken geldleningen Vanwege de onderuitputting op de investeringen en exploitatiebudgetten zijn er in 2021 geen nieuwe langlopende geldleningen aangetrokken.
De totale stand van de langlopende schulden bedroeg begin 2021 € 558,4 mln., hiervan is in 2021 een bedrag van € 42,3 mln afgelost. Door de storting van de 2 forwardleningen was de restantschuld eind 2021 € 616,1 mln. Het aandeel langlopende schulden op het balanstotaal bedraagt 31%.
Naast bovenstaande langlopende leningen stond op 31-12-2021 nog een kortlopende lening van € 50 mln. op de balans.
Ondanks het feit dat er in 2021 sprake was van een financieringsbehoefte zijn er in 2021 perioden geweest met tijdelijk overtollige middelen. Deze tijdelijk overtollige middelen zijn conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden ondergebracht bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.