Bijlage 3 Toelichting Overlopende Passiva

Met het Missiegedreven Topsectoren en Innovatiebeleid (MTIB) wil het Rijk inzetten op het succesvol aanpakken van maatschappelijke uitdagingen. Hiervoor zijn technologische doorbraken en sleuteltechnologieen van groot belang. De economische kansen van de maatschappelijke uitdagingen en de ambitie om een vooraanstaande rol te speien op een aantai sleuteltechnologieen zijn daarom de centrale uitgangspunten in de vernieuwde topsectorenaanpak. De innovatiekracht van het MKB speett daarbij een belangrijke rol. Het doel van de MIT is bevorderen dat ondernemers uit het MKB investeren in innovatie en het MKB betrekken bij de innovatieagenda's van het MTIB. Daarom wordt via de MIT subsidie beschikbaar gesteld voor het MKB dat een project wil doen binnen het MTIB. Sinds 2015 zijn de regionale overheden aangesloten bij de MIT. Hierdoor heeft er een harmonisatie en vereenvoudiging plaatsgevonden van (voorheen uiteenlopende) iandelijke en regionale subsidie-instrumenten op het vlak van haalbaarheid en R&D-samenwerking. De provincies hebben goed zicht op de doelgroep op hun grondgebied. De provincies nemen de aanvragen van MKB-bedrijven in behandeling wanneer de aanvragers in hun provincies gevestigd zijn en dragen zo bij aan doelstellingen van het MTIB. Met de specifieke uitkering draagt het Ministerie van EZK dus bij aan de regionale MIT.

De verantwoorde lasten in 2021 als gevolg van verstrekte subsidies aan het MKB binnen de MIT-regeling 2021 bedragen € 2,3 mln. Deze middelen zijn eind 2021 uit de OVP onttrokken.

In december 2021 is conform afspraak een betaling van het Rijk ontvangen mbt de MIT regeling 2021 van € 3,7 mln. Dit bedrag is toegevoegd aan de OVP.

Het Rijk stimuleert innovatie-activiteiten in het MKB. Via een jaarlijkse uitkering aan provincies (met lokale cofinancieringsplicht) wordt de uitvoering van deze stimulans regionaal belegd. Door jaarlijkse provinciale openstelling van de ingevoerde subsidieregeling wordt uitvoering gegeven aan het rijksinitiatief. Het rijk maakt zijn aandeel over aan de provincie Zuid-Holland middels een specifieke uitkering (SPUK). Het volledige bedrag wordt gestort in de aanwezige OVP, ofwel de betrokken reserve voor gelden van derden. De omvang per eind 2021 is € 1,4 mln en de OVP kent hiervoor volledig toekomstige verplichtingen die de provincie in 2022 en verder moet nakomen.