Wat heeft dat gekost?

Bij een aantal concessies zijn er uiteindelijk beperkt minder kosten gemaakt dan begroot:

• Veer Massluis-Rozenburg € 1 mln
• Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem € 0,5 mln
• Zuid-Holland Noord € 0,7 mln
• Hoeksche Waard & Goeree Overflakkee € 0,2 mln
• Treindienst Alphen – Gouda € 0,2 mln
• Waterbus € 0,1 mln

Dit komt door een lagere indexering in 2021 dan waar rekening mee is gehouden. Daarbij zijn er door corona en de verminderde vraag naar OV minder kosten gemaakt voor concessiemanagement (€ 1 mln), onderzoek OV concessies (€ 0,8 mln) en is geen of minder subsidie aangevraagd voor collectief vraagafhankelijk vervoer en bedrijfsvervoer (€ 0,4 mln). Wel is er meer uitgegeven aan toegankelijkheid van het OV waaronder haltes (€ 0,4 mln).

In de Regionale gebiedsagenda’s Mobiliteit (voorheen Bestedingsplan mobiliteit) zijn bijdragen opgenomen voor regionale infrastructuurprojecten op het gebied van doorstroming en verkeersveiligheid (duurzaam veilig).
Voor duurzaam veilig projecten is € 0,2 mln meer subsidie verleend dan begroot omdat er ook nog aanvragen zijn binnengekomen die oorspronkelijk in 2020 zouden worden ingediend.
Voor doorstromingsprojecten is voor € 3,1 mln minder subsidie aangevraagd door gemeenten en Waterschappen dan dat beschikbaar is gesteld.
Het is lastig om deze uitgaven goed te begroten, omdat de provincie afhankelijk is van gemeenten en waterschappen voor het tijdig aanvragen van subsidies, of het melden als dit  niet lukt.

Dit betreft een structureel budget voor onderzoekskosten voor projecten en een incidenteel budget voor eenmalige (begroting)subsidies met dekking vanuit de reserve Bereikbaarheid.  
In 2021 is nog geen subsidie aangevraagd voor de Korte Termijn Aanpak Algera Corridor en de pilot Elektrificatie laadinfrastructuur Goederenvervoer over water. Ook zijn er vanwege corona en de verminderde vraag naar het OV geen kosten gemaakt voor de pilot om OV-reizigers te verleiden buiten de spits te reizen.

Voor Smart Mobility en Connected Transport zijn minder kosten gemaakt dan begroot. De lasten worden gedekt door bijdragen van het Rijk, maar zijn meerjarig nog niet juist verdeeld in de begroting.

Voor de Onderzoeksagenda bereikbaarheid is in 2021 € 0,6 mln meer uitgegeven dan begroot doordat meer onderzoeken afgerond en afgerekend zijn dan verwacht..

Het programma was in 2021 nog in de opstartfase waardoor de organisatie nog niet op volle toeren heeft gedraaid. Daardoor zijn er minder kosten gemaakt dan waar jaarlijks rekening mee is gehouden.

Voor luchtvaartbeleid was € 0,4 mln beschikbaar in 2021. Hiervan is echter maar een klein deel uitgegeven omdat het traject rond de nieuwe luchtvaartnota en luchtruimherziening vanwege de demissionaire status van het kabinet niet heeft plaatsgevonden en het Burgermeetnet nog niet is gestart.

Betreft een percentuele bijdrage aan een concernbreed programma. Zie Ambitie 1.

Omdat de displays op korte termijn zullen worden vervangen door nieuwe displays is enkel noodzakelijk onderhoud uitgevoerd. Ook zijn de kosten voor schadeherstel lager uitgevallen, te verklaren door de lockdown rondom de jaarwisseling.

De lasten voor afschrijving en renteomslag zijn iets hoger dan geraamd.

Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit. Voor toelichting zie paragraaf Arbeidscapaciteit.
Inclusief: Onderzoeksagenda Bereikbaarheid € 0,7 mln (v) en Expertisecentra projecten en programma’s € 0,2 mln (v).

Het in 2021 vaststellen van de subsidie-bijdragen in het kader van de beschikbaarheidsvergoeding 2020, heeft ertoe geleid, dat een deel van de nog opgenomen betalingsverplichtingen aan de diverse concessiehouders komt te vervallen. Deze betalingsverplichtingen zijn voor hetzelfde bedrag afgewikkeld tegen de nog opgenomen vorderingen op het Rijk met betrekking tot de nog te ontvangen beschikbaarheidsvergoeding 2020 (zie hiervoor ook de baten)

Kleinere afwijkingen op diverse activiteiten.

Afronding overdracht N453 € 0,1 mln heeft niet in 2021 plaatsgevonden, maar is doorgeschoven naar 2022. Het bestuurlijk traject om te komen tot overdracht aan Rotterdam van delen rondom de N209/N471 € 0,9 mln door realisatie van de A16 Rotterdam is wel in 2021 opgestart maar zal in 2022 worden afgerond.

Er zijn meer werkzaamheden voor derden verricht. Dit betreft onder andere de calamiteit Koningin Julianabrug van gemeente Alphen ad Rijn (€ 0,5 mln) en werkzaamheden aan het Merwedekanaal (€ 0,2 mln). Tegenover deze extra lasten staan extra baten.

De meerjarige contracten voor onderhoud aan de (vaar)wegen bevat een indexeringsafspraak op basis van de GWW-index van het CBS. De afrekening voor indexatie 2020 van het regiocontract Oost was abusievelijk niet in de jaarrekening 2020 verwerkt. De GWW-index is in 2021 sterker gestegen dan verwacht. Hierdoor zijn de lasten hoger dan begroot.

De combiboring ter voorbereiding van de oeverwerkzaamheden in traject 6 (Woudwetering) waren als investering voorzien. Door een scopewijziging mogen deze kosten niet geactiveerd worden en worden direct ten laste van de exploitatie gebracht (€ 1,1 mln).

Door een wijziging in de financiële regelgeving voor provincies moet de verdeling van de subsidiebedragen voor ‘RAS Smart Shipping’ en ‘Plastic Road’ over de jaren heen, worden aangepast. Dat betekent dat € 0,4 mln aan subsidielasten die in 2022 en verder waren begroot, reeds in 2021 zijn geboekt.

De bijdrage vanuit Beheer en Onderhoud aan het project Beter Benutten Goederenvervoer N213 is gewijzigd (€ 0,3 mln). Werkzaamheden in de voorbereidingsfase van de N468 (€ 0,4 mln) waren in 2022 geraamd, maar hebben al in 2021 plaatsgevonden.

Door opstartwerkzaamheden voor het nieuwe onderhoudscontract en meer opgetreden schades aan de openbare verlichtingsmasten is de begroting overschreden.

In verband met de bestrijding en beheersing van de invasieve exoot Japanse Duizendknoop hebben we extra maatregelen moeten nemen. Er bestaat nog geen afdoende structurele oplossing om de duizendknoop te bestrijden. Effectieve bestrijding en beheersing is mede afhankelijk van eigenaren van aanliggende percelen.

Kleine afwijkingen op diverse activiteiten.

De onderschrijding betreft minder inzet van het communicatiebureau en minder inzet van ingehuurde medewerkers. In 2021 is meer ingezet op medewerkers in eigen dienst, in plaats van op inhuurbasis. Zo zijn er projectleiders en weginspecteurs in dienst gekomen.

Voor toelichting, zie paragraaf arbeidscapaciteit.

De lasten voor afschrijving en renteomslag zijn hoger dan geraamd.

In 2021 zijn minder subsidies aangevraagd dan verwacht voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer als gevolg van corona.

Het budget bestaat uit een van het Rijk ontvangen bijdrage voor het bevorderen van verkeersveilig gedrag. Deze bijdrage wordt eens per 3 jaar verstrekt. De lasten zijn meerjarig nog niet juist verwerkt in de begroting. Dit wordt bij de Voorjaarsnota 2022 gecorrigeerd.

In 2021 is CLINSH inhoudelijk afgerond. Er zijn minder kosten gemaakt voor de afronding omdat door corona weinig tot geen fysieke bijeenkomsten konden worden gehouden met de internationale partners. Voor R2hine geldt dat de laatste bijdrage aan een studie niet meer in 2021 heeft kunnen plaatsvinden.

Voor de bussen was rekening gehouden met onvoorziene kosten en meerkosten in het implementatietraject, maar hiervan is maar zeer beperkt sprake geweest.

Vanwege corona hebben er opnieuw minder fysieke bijeenkomsten plaatsgevonden met betrekking tot verkeersveilig gedrag. Ook hebben we te maken gehad met ziekteverzuim en bezettingsproblemen bij projectleiders.

De aanpak is in 2021 gestart maar een aantal activiteiten zal pas na 2021 gaan plaatsvinden. Bij Najaarsnota zal worden bekeken of het budget voor 2022 toereikend is.

Kleine afwijkingen op diverse activiteiten.

De baten voor de concessie ZH-N blijven licht achter bij de raming.

In 2021 hebben afrekeningen plaatsgevonden van uit eerdere jaren afgegeven beschikkingen die tot terugbetaling en vrijval hebben geleid.

De bijdragen voor regionale en provinciale spoorinfrastructuur worden gedekt uit de gereserveerde rijksbijdrage (OVP BDU). De bijdrage uit de OVP is abusievelijk niet opgenomen in de begroting.

Het in 2021 vaststellen van de subsidie-bijdragen in het kader van de beschikbaarheidsvergoeding 2020, heeft ertoe geleid dat een deel van de nog opgenomen vorderingen op het Rijk met betrekking tot de nog te ontvangen beschikbaarheidsvergoeding 2020 komt te vervallen. Deze vorderingen zijn voor hetzelfde bedrag afgewikkeld tegen de nog opgenomen betalingsverplichtingen aan de diverse concessiehouders (zie hiervoor ook de lasten).

Kleinere afwijkingen op diverse activiteiten.

De baten van Beleidsdoel 2-2 bestaan naast de legesinkomsten geheel uit bijdragen voor werk voor derden. Dat betekent dat een verschuiving in het werk ook een verschuiving in de ontvangst van de baten is. De baten vanuit werk voor derden in 2021 waren vooraf bewust voorzichtig geraamd. Uiteindelijk is meer werk voor derden verricht en zijn in 2021 meer baten gerealiseerd dan begroot. Het betreft onder andere de bediening van beweegbare kunstwerken en de door de provincie verrichte werkzaamheden voor de gemeente Alphen aan den Rijn als gevolg van de calamiteit aan de Koningin Julianabrug van gemeente Alphen aan den Rijn (€ 0,5 mln). Daarnaast is voor het project N214 een correctie van de afrekening in 2020 doorgevoerd (€ 0,8 mln).

De bijdrage van de samenwerkingspartner Metropoolregio Rotterdam Den Haag is nog niet volledig ontvangen en afgerekend.

Zie de toelichting bij de lasten.

Zie de toelichting bij de lasten.