Regievoering op EU-programma's
Kansen voor West II (EFRO)
Kansen voor West is het samenwerkingsverband tussen de vier Randstedelijke provincies (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) en de vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (P4G4) dat uitvoering geeft aan het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) voor landsdeel West. Het is de bedoeling om de regionale economie in de Randstad een innovatieve en duurzame impuls te geven. Dit gebeurt door subsidies te verstrekken aan het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden in de regio.
Eind 2020 waren alle Kansen voor West 2-middelen voor de EU-programmaperiode 2014-2020 al beschikt. Er zijn in 2021 daarom geen nieuwe projecten met Kansen voor West 2-middelen gefinancierd. Wel liep de uitvoering van veel Kansen voor West 2-projecten nog door. Deze projecten moeten uiterlijk eind 2023 zijn afgerond. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de beschikbare middelen voor het Zuid-Hollandse deel van Kansen voor West 2. De provincie heeft in deze periode ookcofinanciering beschikbaar gesteld. Hierdoor konden meer projecten worden gefinancierd dan met enkel EFRO-middelen en kon in sommige openstellingen een hoger subsidiepercentage worden gehanteerd. Doordat projectpartners ook een eigen bijdrage moeten leveren, bedraagt de totale investering in innovatieve en duurzame projecten minimaal een factor twee. In 2022 start het Kansen voor West 3-programma en zullen de eerste middelen voor de EU-programmaperiode 2021-2027 worden weggezet.
Financieel overzicht Kansen voor West 2 (2014-2020) | |
EU-middelen voor de provincie Zuid-Holland | € 33,8 |
---|---|
Rijkscofinanciering voor de provincie Zuid-Holland | € 7,9 |
Cofinanciering provincie Zuid-Holland | € 12,9 |
Totale publiek investering | € 54,6 |
REACT-EU
Door de coronacrisis zet de Europese Commissie (EC) in op herstel en weerbaarheid van de Europese economie. Hiervoor stelde de EC in 2020 naast het reguliere Meerjarig Financieel Kader (MFK) eenmalig aanvullende middelen ter beschikking via NextGenerationEU . Eén van de specifieke instrumenten hiervoor is het REACT-EU programma. De voor Nederland beschikbare middelen worden via de landsdelige programma’s van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) weggezet. Voor Zuid-Holland is dit het Kansen voor West 2-programma.
REACT-EU middelen moeten uiterlijk eind 2023 zijn besteed en verantwoord. Door deze hoge tijdsdruk zijn in februari 2021 de voor Zuid-Holland beschikbare middelen nagenoeg in één keer weggezet. Dit is gebeurd via openstellingen op drie thema’s: (i) innovatie; (ii) verduurzaming van de gebouwde omgeving; en (iii) verduurzaming van het Havenindustrieel complex (HIC). De resterende middelen voor het thema innovatie zullen in 2022 worden gebruikt voor voucherregelingen. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de beschikbare middelen voor het Zuid-Hollandse deel van REACT-EU. Doordat projectpartners een eigen bijdrage moeten leveren, bedraagt de totale investering in innovatieve en duurzame projecten minimaal een factor twee.
Financieel overzicht REACT-EU (2021-2023) | |
EU-middelen voor de provincie Zuid-Holland | € 14,7 |
---|---|
Rijkscofinanciering voor de provincie Zuid-Holland | € 2,6 |
Cofinanciering provincie Zuid-Holland | € 0,0 |
Totale publiek investering | € 17,3 |
Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (ELFPO)
De middelen uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 (POP3) worden hoofdzakelijk ingezet binnen de kaders van het programma Zuid-Hollands Groen en het provinciale ambitiedocument ‘Samen voor een flinke sprong: Innovatieagenda Duurzame Landbouw.’ De EU heeft hiervoor € 27,5 mln beschikbaar gesteld, op voorwaarde dat de provincie en waterschappen een zelfde bedrag cofinancieren, waardoor het totale investeringsbudget wordt verdubbeld. Het werkelijke bedrag aan investeringen in Zuid-Holland ligt nog hoger, omdat subsidie-ontvangende partijen zelf ook een deel van de projectkosten dragen (variërend van 20% tot 70%, afhankelijk van de maatregel). Door vertraging van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) is POP3 verlengd tot eind 2022. Voor deze verlenging zijn in 2021 extra middelen van € 9,2 mln beschikbaar gesteld. Eind 2021 zijn alle beschikbare middelen voor de EU-programmaperiode 2014-2023 aangevraagd en verplicht. Een aantal gefinancierde projecten is momenteel nog in uitvoering en moeten uiterlijk in 2025 worden afgerond.
Financieel overzicht POP3 (2014-2020) | |
EU-middelen voor de provincie Zuid-Holland | € 32,1 |
---|---|
Cofinanciering provincie Zuid-Holland en waterschappen | € 32,1 |
Totale publieke investering | € 64,2 |
Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ELFPO)
Agrariërs kunnen beheer gericht op natuurwaarden versterken gesubsidieerd krijgen uit het programma Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb). Het ANLb richt zich in Zuid-Holland in de eerste plaats op weidevogels. Daarnaast wordt ingezet op akkerranden, natte dooradering, landschapselementen en water. Ook bij het ALNb komen de EU-middelen alleen beschikbaar als de provincie en waterschappen zelf een bedrag cofinancieren. In 2014 zijn meerjarige subsidies verleend aan de agrarische collectieven die het natuurbeheer uitvoeren. Deze subsidies lopen in de uitvoering door tot eind 2022.
Financieel overzicht ANLb (2014-2020) | |
EU-middelen voor de provincie Zuid-Holland | € 39,9 |
---|---|
Cofinanciering provincie Zuid-Holland | PM |
Cofinanciering waterschappen | PM |
Totale publieke investering | PM |