Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we elk beleidsdoel vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
Uitvoering Schone Lucht Akkoord
In het Programma Luchtkwaliteit geeft het Schone Lucht Akkoord (SLA) een impuls om de WHO-advieswaarden te behalen zoals die in 2019 golden, vooral bij industrie, scheepvaart en participatie (met name citizen science). De provinciale activiteiten in het SLA bestaan uit:
- uitvoering van vastgesteld beleid in andere beleidssectoren van de provincie, zoals schone mobiliteit en energiebeleid;
- ondersteuning van gemeenten bij uitvoering van het SLA;
- aanvullende activiteiten zoals citizen science (burgers meten luchtkwaliteit met sensormeetapparatuur).
Voor een belangrijk deel ligt de uitvoering van het SLA ook bij andere overheden. Die spreken we aan en ondersteunen we waar mogelijk. De provincie Zuid-Holland heeft bijeenkomsten georganiseerd met alle gemeenten in de provincie met de vraag op welke wijze ze ondersteuning willen hebben. Belangrijke aandachtspunten bij gemeenten zijn houtstook en citizen science. De ondersteuning van gemeenten is met de inzet van omgevingsdiensten verder vormgegeven. In de gemeente Rotterdam is het grootste citizen science project in Nederland gestart; de provincie heeft daarin vooral een adviserende rol.
Voor verbetering van luchtkwaliteit vanuit de industrie nemen we deel aan de betreffende SLA-werkgroep. De industrie opereert binnen de regelgeving van de EU, wat het erg lastig maakt aanvullende eisen te stellen. Om te bezien wat op vrijwillige basis mogelijk is, laten we een snelstudie uitvoeren naar de contactmomenten tussen bedrijven en omgevingsdiensten, waar het vergunningtraject onderdeel van is. Het SLA wordt regelmatig gemonitord op effectiviteit, zowel door het RIVM als door de DCMR.
Voor geurhinder verkennen we hoe we onze rol en ons beleid tegenover gemeenten onder de Omgevingswet kunnen vormgeven. In IPO-verband is een handreiking voor geurhinderbeleid en -regels voor gemeenten in ontwikkeling en wordt afgestemd hoe we tussen en binnen provincies (bij gemeenten) uniformiteit binnen geurhinderbeleid en -regels kunnen bereiken.
Tegengaan van uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van binnenvaart
De overgang naar nationaal beleid blijft nog steeds een langzaam lopend proces, ook door het ontbreken van Europese regelgeving. Daarnaast zou de inzet van het Rijk op faciliteren en ondersteunen om te komen tot voldoende ontgassingscapaciteit versterkt mogen worden. Voor het versterken van mogelijkheden voor handhaving, wordt een proef met drones opgezet die in 2022 in uitvoering zal komen. In samenwerking met het Zero Emission Services (ZES) consortium wordt om een netwerk van laadinfrastructuur ten behoeve van elektrisch varen voor de (container) binnenvaart te realiseren, een tweede laadpunt batterij mogelijk gemaakt in Alblasserdam. Daarnaast is een verkenning in uitvoering voor locaties op en rond de Maasvlakte.
In een Toekomstagenda-onderzoek is een verkenning gestart naar de toekomstige relatie tussen burgers en provincie inzake hinder (in elk geval lucht en geluid) langs provinciale wegen. Binnen de wetgeving blijkt regelmatig nog forse hinder te bestaan. Het gesprek daarover kan nog meer worden gericht op die hinder wegnemen en de zelfredzaamheid van burgers versterken.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Het integraal beleidskader geluid is opgesteld en zal in 2022 in besluitvorming worden gebracht.
Het Actieplan Geluid 2018-2023 langs provinciale wegen is volgens planning uitgevoerd. Er is opnieuw met een groot aantal gehinderden contact geweest. Dit heeft geleid tot verkenning en realisatie van geluidsmaatregelen langs provinciale wegen. De middelen voor het Actieplan Geluid zijn inmiddels allemaal belegd. Naar aanvullende middelen voor de looptijd van het huidige programma (2018-2023) en een volgend programma (2023-2028) wordt gezocht.
Het programma Geluidmanagement in het Haven- en Industrieel Complex (HIC) is opgevolgd door het programma Haven en Geluid. In dit programma zoeken de initiatiefnemers Rotterdam, Havenbedrijf en provincie, samen met de regiogemeenten en Rijk, naar evenwicht tussen woningbouw, industrie en een gezonde leefomgeving. Belangrijk is daarbij, naast beter in beeld brengen van de feitelijke hoeveelheid geluid, het zogeheten nestgeluid mee te nemen in ruimtelijke plannen.
De geluidwetgeving (SWUNG2) met onder meer een geluidregister als fijnmazig systeem van geluidproductieplafonds langs alle provinciale wegen heeft verder vorm gekregen als voorbereiding op de invoering van de Omgevingswet in 2022.
De contouren van een burgermeetnet rond Rotterdam The Hague Airport zijn geschetst. Het meetnet zal in 2022 gestalte krijgen. Ook rond Schiphol is een burgermeetnet in voorbereiding. De provincie is ook daarbij betrokken.
Voor stiltegebieden is de bebording op enkele plaatsen hersteld. Verder wordt dit beleid terughoudend ingevuld.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
In 2021 zijn maatregelen geformuleerd en opgenomen in het vastgestelde omgevingsprogramma, om het beleid voor externe veiligheid in de Omgevingsvisie verder uit te werken. We zijn gestart met de uitvoering van sommige maatregelen. Zo zijn afspraken met gemeenten gemaakt over risicovolle activiteiten clusteren in aangewezen risicogebieden en heeft de provincie deelgenomen in pilots van gemeenten van omgevingsplannen. Daarnaast heeft de provincie actief deelgenomen en geadviseerd in verschillende werkgroepen en overleggen over maatschappelijke ontwikkelingen zoals de energietransitie, risico’s reduceren aan de bron, het nemen van maatregelen in de omgeving van risicovolle activiteiten en risicovolle activiteiten verantwoord combineren.
Bij de vaststelling van de Omgevingsverordening zijn reeds bestaande regels voor het externe veiligheidsbeleid omgezet naar regels onder de Omgevingswet. De provincie heeft daarnaast, in IPO verband, de samenwerking voortgezet in het teken van het landelijke Meerjarenprogramma versterking omgevingsveiligheid (MVO), de opvolger van het programma Impuls Omgevingsveiligheid (IOV). Voor de verschillende onderdelen samen is landelijk circa € 16 mln per jaar beschikbaar. In 2021 is ook het nog doorlopende deelprogramma 6 ontwikkelbudget/nieuwe prioriteiten van het IOV, onder het secretariaat van Zuid-Holland, afgerond
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Voortgang spoedlocaties
In 2020 is het Convenant bodem en ondergrond 2016-2020 afgerond. Vanaf 2021 resteert nog een opgave van langdurige saneringen die al in uitvoering zijn én een aantal locaties die nog in de planfase zitten. In 2021 zijn, net als voorgaande jaren, de inspanningen vooral gericht geweest op complexe locaties waar een aanpak nog niet voldoende voortgang heeft of van de grond was gekomen. Het gaat daarbij om complexe situaties met meerdere stakeholders en verschillende belangen. In 2021 zijn opnieuw een aantal locaties afgehandeld. Er resteren nu nog 43 spoedlocaties.
Daarnaast is gewerkt aan de aanpak van diffuus lood in de bodem. Overeenkomstig de beleidsregel is onderzoek uitgevoerd en waar nodig zijn sanerende maatregelen genomen (bijvoorbeeld op twee speelplaatsen in Delft) om blootstelling te verminderen. Voor PFAS is de problematiek in de provincie in kaart gebracht en is een start gemaakt met het zogenoemde bronnenonderzoek.
Nazorglocaties bodem
De omgevingsdiensten beheren in opdracht van de provincie een groot aantal nazorglocaties. Ook in 2021 hebben zij verkend op welke wijze de intensiteit van de nazorg kan worden afgebouwd of zelfs volledig beëindigd. Daarin wordt stap voor stap vooruitgang geboekt. Het aantal nazorglocaties is afgenomen. Voor een aantal locaties is afbouw niet mogelijk en blijft nazorg nog langdurig nodig.
Integrale 3D-ordening
De provincie adviseert gemeenten en omgevingsdiensten bij ruimtelijke processen en integrale 3D-ordening. In 2021 hebben wij het netwerk met de omgevingsdiensten gecontinueerd mede gezien de behoefte vanuit de omgevingsdiensten. Binnen de regio West-Holland is een praktijkgemeenschap met omgevingsdienst en gemeenten opgericht, die aan de hand van casussen bij een aantal gemeenten het belang van de ondergrond in omgevingsvisies en omgevingsplannen een herkenbare plek wil geven, zodat hiermee rekening wordt gehouden.
Daarnaast is met ondersteuning van gelden uit de Erfgoeddeal de eerste fase opgepakt om gebiedsgeneses op te stellen bij de gemeenten Westland en Gouda. Deze geneses geven het natuurlijk bodem- en watersysteem weer en kunnen als basis dienen voor omgevingsvisies en omgevingsplannen.
Waarden van de ondergrond
In 2021 is een pilot uitgevoerd gericht op aardkundige waarden bij de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk en Gouda. Het resultaat van de pilot was een storymap. Deze storymap is gemaakt om de bewustwording en kennis over aardkundige waarden te vergroten en handvatten te bieden voor beleid om aardkundige waarden te beschermen, te benutten en/of meer beleefbaar te maken. In 2022 zal bij een aantal andere gemeenten in Midden-Holland een vervolgpilot worden uitgevoerd.
Conflicterend ondergronds gebruik
Voor vergunningen binnen de Mijnbouwwet heeft de provincie een wettelijke taak om advies aan het ministerie van EZK uit te brengen (aardwarmte, gaswinning). Afgelopen jaar zijn circa 15 adviezen gegeven. In onze adviezen besteden wij onder andere aandacht aan het planmatige gebruik van de ondergrond. In de Leidse regio heeft het ministerie van EZK vier opsporingsvergunningen verleend in grondwaterbeschermingsgebieden of gebieden die daar in de nabije toekomst voor gebruikt kunnen worden. De provincie heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Dit geldt ook voor een opsporingsvergunning voor gas bij een grondwaterbeschermingsgebied in het oosten van de provincie. Door deze bezwaren heeft het onderwerp drinkwaterwinning versus mijnbouwactiviteiten ook aandacht gekregen van de Tweede Kamer.
Bodemenergieplannen als middel voor inrichting en benutting van de ondergrond
De provincie stimuleert dat gemeenten bodemenergieplannen laten opstellen. Deze plannen zijn primair gericht op toepassing van warmte-koudeopslag, maar in het plangebied worden ook andere functies in kaart gebracht. De provincie verleent op basis van een dergelijk plan de vergunningen voor de open bodemenergiesystemen.
Afgelopen jaar is met de maatschappelijke partners aan verschillende plannen gewerkt en is één plan door GS voorlopig vastgesteld (Laakhaven). De gemeente Den Haag wil dat in dit gebied de bodemenergiesystemen door een ringleiding worden verbonden. Een dergelijke opzet leidt tot een betere benutting van de ondergrond. Dit bleek juridisch uiteindelijk niet mogelijk te zijn. Als provincie zijn we betrokken bij gesprekken met het ministerie van I&A, zodat de regelgeving zodanig wordt aangepast dat dit wel mogelijk wordt, en het bodemenergieplan definitief kan worden vastgesteld.
Nazorg Wm-stortplaatsen (Wet milieubeheer)
De nazorgwerkzaamheden op gesloten Wm-stortplaatsen zijn in lijn met de plannen uitgevoerd. Uitvoeringskosten komen ten laste van het nazorgfonds. Het nazorgfonds heeft een eigen jaarverslag waar nader wordt ingegaan op uitvoering en financiën.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de ZH omgevingsdiensten
De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2018-2021 biedt de kaders om het VTH-instrumentarium in te zetten voor een veilige en gezonde leefomgeving, met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen).
- Het instrumentarium Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reguleert bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) van GS vallen en wordt zo mogelijk ingezet om beleidsambities zoals de energietransitie te ondersteunen .
- Monitoring en sturing van de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten.
- Bij handhaving gaan we zo nodig naar verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij Chemours en BP.
- Om informatie beter en makkelijker te kunnen ontsluiten en delen, digitaliseren we het werkveld verder. Bij vergunningverlening voeren we het ontwikkelprogramma Altijd, Actuele, Digitale Vergunning in 2021 verder uit.
- Voor vergunningverlening, toezicht en handhaving speelden in 2021 op uitvoeringsniveau een aantal uitdagingen. Ten eerste was het vanwege corona met landelijk opgelegde, steeds veranderende beperkingen moeilijker om de toezichtstaken in te plannen. Daarnaast hebben alle omgevingsdiensten een tekort aan gekwalificeerd personeel. Deze combinatie van factoren heeft ertoe geleid dat bij een zeer beperkt aantal (9) van de 350 bedrijven die onder de provinciale bevoegdheid vallen geen WABO-controle is uitgevoerd. Deze controles worden in het eerste kwartaal van 2022 gepland. Alle Brzo-controles zijn uitgevoerd.
- Het project om emissies van (potentiële) Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem te voorkomen, hebben we voortgezet door inventarisaties bij bedrijven van ZZS, actualisatie van vergunningen, overleg met het Rijk over regelgeving en onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van ZZS-houdende materialen en vermindering van ZZS-houdend afval.
- Samen met de omgevingsdiensten en landelijke werkgroepen hebben we de komst van de Omgevingswet voorbereid. We ontwikkelen samen met omgevingsdiensten, IPO, VNG en de rijksoverheid het uitvoeringsbeleid verder.
- Samen met de omgevingsdiensten is de Nota VTH aangepast op de Omgevingswet; deze wordt in het voorjaar van 2022 in de besluitvorming gebracht. De huidige Nota VTH 2018-2021 is verlengd zodat er beleidsmatig geen gat valt tot de Omgevingswet van kracht wordt.
- Daarnaast is er gewerkt aan de implementatie van het nieuwe instrument bestuurlijke boete; zijn er samenwerkingsafspraken gemaakt met onze ketenpartners in het VTH-domein en wordt een milieulegesverordening voorbereid ter besluitvorming door PS, zoals in IPO-verband afgesproken tussen alle provincies.
- We stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten. In dat kader is er in 2021 gestart met een ontwikkelingstraject om de samenwerking tussen de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten verder vorm te geven. Dit heeft geresulteerd in een opdracht van de besturen van gemeenschappelijke regelingen aan de directeuren van de diensten, die in 2022 verder wordt uitgewerkt in een projectplan.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Voor deze beleidsprestatie is allereerst een startnotitie opgesteld, met een nieuwe beleidsbeslissing rond een gezonde en veilig leefomgeving . Deze is besproken met Provinciale Staten. Op basis daarvan is een voorstel voor beleidsbeslissing in het kader van het Omgevingsbeleid gedaan, dat op dit moment in behandeling is.
Om uitvoering te geven aan het voornemen gezondheid mee te nemen in de taken en verantwoordelijkheden van de provincie, is een ontwikkelprogramma gezond en veilig ingericht. In de eerste plaats heeft dat programma verschillende activiteiten uitgevoerd in relatie tot de provinciale taken. Zo is bij het project ‘Gezonde weg’ een welzijnstak aan het ambitieweb toegevoegd. Bij bedrijventerreinenbeleid is er een subsidieregeling 'Groen werkt beter' in het leven geroepen.
In de tweede plaats wordt met partners samengewerkt aan een gezonder en veiliger Zuid Holland. Zo werken we samen met professionals vanuit verschillende invalshoeken in de groene cirkel ’Gezonde groene stad’ en de cyclus ‘Gezond verstand’.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Medio 2020 is de startnotitie Sport en Recreatie vastgesteld. Dit vormt de basis voor een nieuw provinciaal sport- en recreatiebeleid dat in samenhang met elkaar wordt ontwikkeld. De startnotitie richt zich op bewoners faciliteren en stimuleren om meer naar buiten te gaan en in een bewegingsvriendelijke(r) omgeving te recreëren en te sporten. Vooral voor stedelingen is het groen buiten de stad vaak op enige afstand en soms lastig te bereiken. De coronacrisis heeft het belang en de grote behoefte aan voldoende buitenruimte om in te verblijven en te bewegen nog zichtbaarder gemaakt. Dat geldt voor mogelijkheden ’om de hoek’, in de natuur- en recreatiegebieden, routestructuren en op en aan het water. In 2021 is een groot deel van de inspanningen uit de startnotitie opgepakt. Belangrijk onderdeel is subsidiemogelijkheden ontwikkelen en openstellen om de leefomgeving meer beweegvriendelijk te maken.
Beheer en onderhoud recreatie
In 2013 is de keuze gemaakt recreatiegebieden in provinciaal eigendom over te dragen. Dit is in de afgelopen jaren voor tientallen gebieden gedaan. In 2021 zijn het Oosterduinse Meer, Wandelbos Laakweg en (restpercelen van) Develbos overgedragen. Ook de koopovereenkomst voor de Louisa- en Cannemanspolder is getekend; dit recreatiegebied gaat naar de gemeente Dordrecht. Levering vindt in februari 2022 plaats. Na de overdracht van de Louisa- en Cannemanspolder resteren nog vier recreatiegebieden in provinciaal eigendom met een totale oppervlakte van ongeveer 790 ha. Voor Vlietland is in 2021 in nauwe samenwerking met de gebiedspartijen een perspectief opgesteld waarin de ontwikkelkansen voor de komende jaren zijn beschreven. Voor het Bentwoud is gestart met het ontwikkelperspectief op te stellen.
Bij de uittreding van de provincie uit de natuur- en recreatieschappen in 2017 zijn afspraken gemaakt over de provinciale financiële bijdragen daarna. Afgesproken is dat de provincie vanaf 2022 meer flexibiliteit krijgt bij de inzet van deze middelen. In 2021 zijn hierover nadere afspraken gemaakt. Ook is de relatie met de natuur- en recreatieschappen verder aangehaald, wat zich onder meer heeft vertaald in een onderzoek naar de mogelijkheid extra bossen te maken en naar de vitaliteit van de bossen in de door Staasbosbeheer beheerde natuur- en recreatiegebieden in Zuid-Holland. De resultaten daarvan worden in 2022 verwacht.
Mede door de coronapandemie is het bezoek aan de natuur- en recreatiegebieden toegenomen, wat leidt tot hogere beheerlasten. Dertien gebieden hebben subsidies gekregen om deze hogere lasten te helpen opvangen.
Participatie, sport en bewegen
2021 was het jaar van de vrijwillige inzet. Ondanks alle maatregelen rond corona zijn veel activiteiten in aangepaste vorm doorgegaan. Wel is er vertraging in veel projecten opgelopen, zoals in het programma Groen doet goed 2021. Naast de structurele ondersteuning van vrijwilligers via De Groene Motor en het programma Mens en Natuur van het Instituut voor natuureducatie en duurzaamheid (IVN) is in 2021 het aanbod en deelname aan het programma Groen doet goed verbreed via een voucherregeling, ondersteuning van vrijwilligersinitiatieven via een voucher Zelfdoen in het Groen en specifieke doelgroepen betrekken bij groenbeleving via diverse projecten.
Om het sportief en recreatief ongeorganiseerd bewegen in de publiek toegankelijke buitenruimte te stimuleren zijn er twee subsidiemogelijkheden gemaakt. Via Team Sportservice Zuid-Holland zijn ongeveer 50 kleine bedragen verstrekt tot maximaal € 5.000. Daarnaast zijn er via de provinciale subsidieregeling beweegvriendelijke leefomgeving aan 23 projecten bedragen tot maximaal € 50.000 verstrekt.
De provincie heeft in 2021 de aandacht voor lopen actief uitgedragen, onder andere via het Nationaal Voetgangerscongres. Op 7 oktober vond dit in Den Haag plaats, waarbij deze gemeente en de provincie verantwoordelijk waren voor het gastheerschap en de programmering. Hierin stond de bijdrage van lopen aan gezonde, bereikbare, aantrekkelijke en sterke steden en dorpen centraal. Bij dit congres trad gedeputeerde Anne Koning op als keynote speaker.
Aan het Mulier instituut is opdracht gegeven voor een onderzoek naar de spreiding van sportaccommodaties in Zuid-Holland.
Realisatie
Voor de laatste paden, die volgens het Ruiter- en menpadenplan groot onderhoud nodig hebben, is in 2021 subsidie verstrekt. Hiermee kan het onderdeel groot onderhoud van bestaande ruiterroutes en onveilige schakels in 2022 afgerond worden. Verder zijn er in 2021 de eerste ruiterknooppuntensystemen opgeleverd.
Boerenlandpaden vormen een kwalitatief belangrijke schakel in het provinciale wandelroutenetwerk.
In 2021 zijn rond Alphen contracten voor boerenlandpaden verlengd (8 km) en in de Alblasserwaard is 1 km boerenlandpad aan het netwerk toegevoegd. De totale lengte van de boerenlandpaden bedraagt 97 km.
In september heeft de provincie de conferentie ‘De kracht van water’ georganiseerd, waarin met het netwerk is stilgestaan bij de ontwikkelingen en kansen binnen de waterrecreatie Er is onderzoek uitgevoerd naar de benodigde acties om het meerdaags varen in het Hollands Plassengebied verder te ontwikkelen en de resultaten worden benut bij verdere uitwerking van dit thema. De verkenning van de promotie van waterrecreatie in opdracht van de provincie was de basis voor een nieuw deelplafond binnen het openstellingsbesluit waterrecreatie. Hierdoor is niet alleen de marketing en promotie in Hollandse Plassen en Hof van Delfland gestimuleerd, maar vooral ook de regionale samenwerking verstevigd. Met subsidies zijn 18 projecten ondersteund, waarvan een deel ook een bijdrage levert aan andere opgaven zoals het beleefbaar maken van het erfgoed en klimaat (energietransitie). Er is een provinciale bijdrage toegezegd aan de integrale verbetering van de regionale vaarverbinding Ringvaart Zuidplas, een samenwerking met het Waterschap, gemeente Zuidplas en het Recreatieschap. Tot slot heeft de provincie een beeldbank opgezet met foto’s van watersport/-recreatie waar partners en stakeholders gebruik van kunnen maken.
Samen met een aantal stakeholders voor de recreatieve routestructuren (wandelen, fietsen, varen, mennen en ruiteren) is in 2021 gestart met de vormgeving en inrichting van een routeplatform. Een aantal (samenwerkende) gemeenten, Staatsbosbeheer, Wandelnet , Fietsplatform, ANWB en maatschappelijke organisaties zijn hierin vertegenwoordigd.
Het routeplatform focust zich op verdere ontwikkeling en communicatie (marketing), beheer en onderhoud. Een aantal producten is gerealiseerd, zoals de ArcGis kaart waarin alle routestructuren per gemeente zijn opgenomen, met de route-eigenaren en -beheerders. Een kwaliteitshandboek met eenduidige kwaliteitseisen voor beheer en onderhoud van de routes is in de maak.
Binnen het Startup- in -Residence programma is opdracht gegeveninteressante informatie langs routes beter digitaal te ontsluiten.
Voor verbetering van stad-landverbindingen en de kwaliteit van bestaande recreatiegebieden is aan twaalf projecten subsidie toegekend.
Aan de erfgoedtafels zijn subsidies verstrekt om projecten uit te voeren op het snijvlak van recreatie en erfgoed. Aan de Reddingsbrigade Nederland is subsidie beschikbaar gesteld om de reddingsbrigades in Zuid-Holland te ondersteunen voorextra noodzakelijke, onvoorziene kosten door corona.
Voor recreatiegebied Vlietland heeft de provincie de monitoring van de oppervlaktewaterkwaliteit van de Meeslouwerplas op zich genomen, omdat de BAM eind 2022 is gestopt met de verondiepingswerkzaamheden. Verder zijn op verzoek van betrokken gebiedspartijen waterbodemmonsters nader geanalyseerd en gerapporteerd. De Randstedelijke Rekenkamer heeft op verzoek van Provinciale Staten een onderzoek uitgevoerd naar de verondieping van de Meeslouwerplas.
Als voorbereiding op de aanleg van geluidwerende voorzieningen zijn in 2021 geluidberekeningen uitgevoerd en gedeeld met gebiedspartijen om inzicht te krijgen in de effecten van de geluidvoorzieningen op verschillende locaties. Verder is voor een deel van het tracé een offerte gevraagd voor uitvoering bij COMOL5. Deze is vanwege de kosten afgewezen, vervolgscenario’s worden uitgewerkt.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
In het nationale Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) is afgesproken dat Nederland - en dus ook Zuid-Holland - uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht, inclusief aandacht voor de effecten van bodemdaling in landelijk en stedelijk gebied. Met het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ - gestart in 2018 - geven wij tot en met 2023 invulling aan de zeven stappen zoals afgesproken in het nationale Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie om het proces naar uitvoering te versnellen. Eind 2023 moeten er voor alle provinciale beleidsthema's actuele beleidsinformatie, instrumentarium en (regionale en functionele) netwerken op het gebied van klimaatadaptatie beschikbaar zijn om die versnelling richting 2050 mogelijk te maken.
Alle onder dit programma in 2021 voorgenomen activiteiten zijn uitgevoerd. Een uitgebreide beschrijving van de werkzaamheden en producten die het programma afgelopen jaar heeft opgeleverd, is in de 'Tussenstand Weerkrachtig Zuid-Holland 2021' beschreven en onlangs aan de Staten verzonden.
Belangrijke nieuwe mijlpalen die daarmee in het afgelopen jaar zijn behaald:
- Uitbreiding en verbreding van de beschikbare beleidsinformatie over kwetsbaarheden in Zuid-Holland via www.zuid-holland.klimaatatlas.net (stap 1 DPRA) .
- De vaststelling van de Provinciale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie ZH tot en met 2023, waarin per begrotingsambitie onze aanpak om in 2050 klimaatbestendig ingericht te zijn, staat beschreven (stap 3 DPRA) ; aan een monitoringsystematiek om de voortgang hierop te volgen, wordt gewerkt (stap 4 DPRA) ;
- De inwerkingtreding van de module klimaatadaptatie in ons omgevingsbeleid (Omgevingsvisie, diverse beleidskeuzes en Omgevingsverordening) èn in ons provinciale Inkoopbeleid (stap 4 DPRA) ;
- Verdere concretisering en verbreding van het beschikbare instrumentarium om nieuwbouw mee te koppelen (Convenant Klimaatadaptief Bouwen) en onze inzet voor Energietransitie (stap 5 DPRA) ;
- De samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en provincie in de 10 Zuid-Hollandse DPRA-werkregio's is verder versterkt en heeft geleid tot concrete regionale strategieën, uitvoeringsagenda's en een Rijksbijdragen uit de Impulsregeling Klimaatadaptatie (stap 6 DPRA) .
- We faciliteren en stimuleren via diverse programma's de innovatieontwikkeling op de voor Zuid-Holland relevante klimaatuitdagingen zoals benoemd in de Uitvoeringsagenda (stap 6 DPRA) .
- Diverse werkzaamheden rond 'Vitale en Kwetsbare functies' en veiligheid zijn gestart en leiden in 2022 tot concrete resultaten (stap 7 DPRA) .