Bijlage 1 Toelichting Reserves

In het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 is afgesproken dat er extra geïnvesteerd word in het domein Economie. Een van de onderdelen die in de nadere uitwerkingsfase hiervan naar voren zijn gekomen is innovatiestimulering van het mkb. Om dit geïdentificeerde onderdeel goed te kunnen aansturen, is een extra reserve noodzakelijk gebleken.

Deze middelen worden ingezet voor subsidieverstrekking aan derden, waarbij die derden meer dan één jaar (het verleningsjaar) nodig zullen hebben voor uitvoering. Dat betekent dat de middelen die beschikbaar moeten zijn in het verleningsjaar, gedeeltelijk aan het einde van dat jaar opgespaard moeten worden in een reserve, om in de latere jaren onttrokken te worden zodra de activiteiten zijn uitgevoerd.

Zie toelichting beklemdheid.

In 2021 worden door subsidieontvangers nog activiteiten uitgevoerd die voortkomen uit eerdere openstelling t/m 2020. Het gemoeide bedrag is € 6,7 mln en dit is uit de reserve onttrokken. Hier werden de lasten vanuit het verleden tijdelijk in bewaard.

Een deel van de gesubsidieerde activiteiten van de openstelling 2021 (à € 7 mln via eigen provinciale inleg) zal plaatsvinden vanaf 2022. Deze toekomstige verplichtingen moeten tijdelijk in de reserve worden bewaard en het bijbehorende bedrag wordt daarom in 2021 gestort. Het gaat om € 4,7 mln.

Een deel van de gesubsidieerde activiteiten van openstelling 2019 t/m 2021 zal plaatsvinden vanaf 2022. De bedragen die horen bij deze toekomstige verplichtingen moeten tijdelijk in de reserve worden bewaard (€ 11,7 mln). Daarnaast zal bij Voorjaarsnota 2022 het subsidieplafond voor 2022 met € 0,5 mln worden verhoogd. Er wordt hier vanuit gegaan dat dit bedrag hierdoor juridisch (en niet bestuurlijk) beklemd is.