Bijlage 1 Toelichting Reserves

Deze reserve heeft een relatie met de voorziening nazorg stortplaatsen. In de recent uitgevoerde ALM-studie (begin 2018) worden verschillende beleggingsmixen in verschillende scenario’s doorgerekend. Mede aan de hand van deze studie worden in de nabije toekomst besluiten genomen over de te volgen beleggingsmix. Daaropvolgend is het beleggingsstatuut aangepast om vervolgens de gekozen mix uit te voeren. Dit resulteerde in een besluit tot aanpassing van de rekenrente dat tot uiting kwam in de tarieventabel bij de Verordening nazorgheffing eind 2018. Op basis van de ALM-studie is de rekenrente gaan stijgen. Op basis hiervan werd de voorziening Nazorg Stortplaatsen verlaagd met € 5,7 mln. Aangezien er nog geen besluit is genomen en nog diverse onzekerheden spelen wordt voorgesteld de middelen ad € 5,7 mln  beschikbaar te houden voor dit doel en deze onder te brengen in een bestemmingsreserve 'Nazorg Stortplaatsen'.

Wordt bij Voorjaarsnota 2022:
Deze reserve dient om eventuele toekomstige tekorten in het Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen te dekken. Deze tekorten kunnen ontstaan door een verlaging van de rekenrente, tegenvallende beleggingsresultaten of onverwachte onderhoudskosten. Het huidige tekort is gedekt middels de voorziening Nazorg stortplaatsen, waarvan de bijstelling jaarlijks bij de jaarrekening plaatsvindt. Deze reserve dekt de jaarlijkse bijstelling.

In IPO verband is een onderzoek bezig naar het hanteren van een landelijke rekenrente. In de huidige situatie heeft elke provincie een eigen rekenrente bepaald. De provincie Zuid-Holland hanteert een rekenrente van 4,55%. Naar verwachting zal in 2025/2026 naast de mogelijkheid tot een landelijk rekenrente ook de hoogte van deze rekenrente bekend worden. Het is aannemelijk dat deze rekenrente lager uitvalt dan de huidige gehanteerde rekenrente van 4,55%.  Een lagere rekenrente leidt tot een tekort in de doelvermogens van de gesloten stortplaatsen van het Fonds Nazorg. De reserve Nazorg stortplaatsen dient ter dekking van dit toekomstig tekort. Er zijn teveel onzekerheden om tot een redelijke schatting te komen, de onzekerheden zijn met name het jaar van invoering van de landelijke rekenrente en de hoogte van landelijke rekenrente. Momenteel wordt onderzocht hoe de provincie omgaat met het risico en de omvang hierbij. Deze bufferreserve blijft voorlopig bestaan om een gedeelte van het risico-omvang te dekken. Het restant wordt opgevangen binnen het weerstandvermogen. De risico-omvang is gebaseerd op van een renteverlaging van 1%, wat leidt tot een rekenrente van 3,5%. Financiële omvang van dit risico, rekening houdend met het kans op voordoen van 25-50%, is in totaal € 7,7 mln.

€ 0,6 mln onttrekking ter verhoging van de voorziening Nazorg stortplaatsen door verhoogde onderhoudslasten van de gesloten stortplaatsen in het Fonds Nazorg.

• € 1,5 mln storting door de gedeeltelijke vrijval van de voorziening Nazorg stortplaatsen welke is veroorzaakt door het rekenen met dubbele risico-opslag in de doelvermogens van de gesloten stortplaatsen.
• € 0,3 mln storting vanwege een verlaging van de voorziening nazorg stortplaatsen. Deze verlaging wordt veroorzaakt doordat een lager tekort is berekend bij de jaarrekening van het Fonds Nazorg.

N.B. De toevoegingen en onttrekkingen in de reserve nazorg stortplaatsen zijn mutaties op basis van de realisatie in plaats van de begroting. De mutaties in de reserve komen voort uit de mutaties in de voorziening gesloten stortplaatsen. De hoogte van deze voorziening dient gelijk te zijn aan het tekort in het Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen. Dit tekort wordt berekend bij de jaarrekening van het Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen en wijkt om die reden af van de begroting.

Besloten is de middelen ad € 5,5 mln beschikbaar te houden, gegeven de haalbaarheid van de rekenrente van 4,55%, en te houden in de reserve Nazorg stortplaatsen.