Financiële kengetallen
Hieronder wordt ingegaan op de financiële positie van de provincie. Dit gebeurt aan de hand van een aantal financiële kengetallen, die tezamen een weerspiegeling vormen van hoe de provincie er de komende jaren in financiële zin voorstaat. Dit betreft de zogenaamde financiële kengetallen zoals die door het BBV worden voorgeschreven. Het BBV schrijft voor dat de kengetallen opgenomen en toegelicht moeten worden in de begroting en jaarrekening, maar geeft geen normen. Gemeenten en Rijk hebben wel afspraken gemaakt over zogenaamde signaleringswaarden, maar die gelden dus niet specifiek voor provincies (zie bijlage).
IIn de Kadernota 2022 zijn voor vijf financiële indicatoren signaleringswaarden vastgesteld door PS. Dit betreft: schuldquote, solvabiliteit, weerstandsvermogen, structurele lasten investeringen, garant- en borgstellingen. De signaleringswaarde voor de indicatoren zijn:
- netto schuldquote: 200%
- solvabiliteit: 20%
- structurele lasten investeringen: 20%
- weerstandsvermogen (incidenteel en structureel): 2
- garant- en borgstellingen: 20%
Jaarrekening 2020 | Jaarrekening 2021 | Begroting 2021 | |
Netto schuldquote | 85,8% | 96,0% | 146,6% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 84,3% | 95,7% | 145,8% |
Solvabiliteitsratio | 45,9% | 43,3% | 34,0% |
Grondexploitatie | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
Structurele exploitatieruimte | 4,2% | 28,4%. | 17,0% |
Belastingcapaciteit (tarief PZH t.o.v. gemiddelde) | 111,1% | 108,3% | 109,0% |
Structurele lasten investeringen* | n.t.b. | 9,4%. | 10,3% |
Garant- en borgstellingen* | n.t.b. | 2,0% | 1,9% |
Weerstandsvermogen - incidenteel | 6,5 | 7,3 | 5,8 |
Weerstandsvermogen - structureel | 21,0 | 10,0 | 20,6 |
* Cijfers Begroting 2021 komen uit de kadernota 2022
De netto schuldquote
Met een netto schuldquote van 96% ligt deze indicator ruim beneden de vastgestelde signaleringswaarde van 200% uit de kadernota 2022.
De netto schuldquote in 2021 is ten opzichte van de jaarrekening 2020 gestegen met 10%. De toename is te verklaren door een stijging van de totale schuld met € 135 mln. Hiervan heeft € 57,6 mln betrekking op de post langlopende leningen. De procentuele stijging wordt gedempt door de stijging van de totale baten in 2021 ten opzicht van het jaar 2020.
Ten opzichte van de Begroting 2021 ligt de werkelijke schuldquote beduidend lager. Dit wordt veroorzaakt door een beduidend lagere schuld dan begroot, veroorzaakt door een onderuitputting op investeringen en exploitatie. Daarnaast zijn de werkelijke baten in 2021 hoger dan de begrote baten.
De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen.
Zie verklaring netto schuldquote. Daarnaast zijn in 2021 geen leningen verstrekt in het kader van het verenfonds, waar in de Begroting 2021 wel rekening mee is gehouden.
De solvabiliteit
Met een solvabiliteit van 43,3% ligt deze indicator ruim boven de vastgestelde signaleringswaarde van 20% uit de Kadernota 2022. De solvabiliteit is licht gedaald ten opzichte van jaarrekening 2020 door een stijging van het totaal van de passiva. Ten opzichte van de begroting 2021 is de werkelijke solvabiliteitsratio beduidend hoger. Dit wordt veroorzaakt door een hogere eigen vermogen dan oorspronkelijk begroot door onderuitputting bij de reserves.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is beduidend lager dan begroot naar aanleiding van een nadere analyse van structurele en incidentele baten en lasten conform de richtlijnen van de BBV.
Belastingcapaciteit (tarief PZH ten opzichte van het gemiddelde)
De belastingcapaciteit (tarief PZH ten opzichte van het gemiddelde) is gedaald ten opzichte van de Jaarrekening 2020. Het gemiddelde landelijke tarief (83,5) is in 2021 licht gestegen ten opzichte van het jaar 2020.
Structurele lasten investeringen
Met een percentage van 9,4% ligt deze indicator ruim onder de vastgestelde signaleringswaarde van 20% uit de Kadernota 2022. Het verschil ten opzichte van berekende percentage bij de adernota 2022 wordt veroorzaakt door de hogere werkelijke baten ten opzichte van de begrote baten
Garant- en borgstellingen
Met een percentage van 2% ligt deze indicator ruim onder de vastgestelde signaleringswaarde van 20% uit de Kadernota 2022.