Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Er zijn onvoldoende middelen beschikbaar bij de provincie en de gemeenten om de wettelijke bodemtaken uit te voeren

• Bij de invoering van de Omgevingswet wordt een deel van de bodemtaken  overgedragen aan de gemeenten. Er bestaat nog onduidelijkheid over de financiering van de bodemtaken door het Rijk voor zowel de provincies als de gemeenten:
  • Op korte termijn: 2022
  • Op lange termijn: 2023-2030

• De kwaliteit van dienstverlening (toezicht, handhaving) gaat achteruit met mogelijk meer illegale activiteiten (zoals lozingen/stortingen).
• Opdrachten (zoals saneringsonderzoeken) aan de Omgevingsdiensten worden niet of later verstrekt
• Imagoschade
• Uitputting van de provinciale bodemreserves (financiële middelen)

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt een deel van de bodemtaken  overgedragen van de provincie naar de gemeenten. Deze bodemtaken zijn momenteel door de provincie belegd bij de omgevingsdiensten. De wet is duidelijk over het takenpakket dat wordt overgedragen; daarbij is tevens aangegeven dat zowel de provincie als de gemeenten het Basistakenpakket moeten beleggen bij een omgevingsdienst. Een deel van de over te dragen bodemtaak is in dit Basistakenpakket belegd, waarna Omgevingsdiensten deze taak in mandaat uitvoeren voor de provincie en gemeenten. Provincie en gemeenten hebben de vrijheid om de taken die niet onder het Basistakenpakket vallen zelf uit te voeren of te beleggen bij een omgevingsdienst. De provincie Zuid-Holland belegt alle taken bij een omgevingsdienst.  Dit heeft GS in 2011 besloten bij de oprichting van de omgevingsdiensten.

• Lobby richting het Rijk via het Interprovinciaal Overleg (IPO).
• Het traject van overdracht bodemtaken temporiseren om inzet van arbeidsuren en middelen te beperken. Bij het opstellen van de werkplannen voor de Omgevingsdiensten voor 2022 is uitgegaan van de huidige situatie en gaat nog geen herijking van de uren plaatsvinden.

Nieuw risico dat voortvloeit uit de invoering Omgevingswet. Vooralsnog heeft de provincie voldoende financiële middelen in de Bodemreserve om de werkplannen spoed en nazorg voor 2022 conform afspraken met de Omgevingsdiensten uit te voeren en lagere Rijksbijdragen op te vangen. Op de lange termijn zijn deze middelen niet toereikend. Het risico is vooralsnog als PM opgenomen in afwachting van nieuwe bestuurlijke afspraken.