2. | Renterisico |
---|---|
Risico | De rentekosten voor leningen om in de financieringsbehoefte te voorzien zijn hoger dan de geprognosticeerde rentekosten. |
Oorzaken |
|
Gevolg(en) | De financiële ruimte neemt af. |
Achtergrond informatie | De provincie trekt langlopende leningen aan om in de financieringsbehoefte te voorzien. De financieringsbehoefte zal de komende jaren toenemen door de afloop van bestaande leningen en de omvang van voorgenomen uitgaven. De jaarlijkse rentekosten van de financieringsbehoefte worden bepaald door de omvang en afloop van de bestaande leningenportefeuille, de financieringsbehoefte als gevolg van voorgenomen uitgaven en de van toepassing zijnde rentetarieven. |
Maatregelen | In 2020 is voor een bedrag van € 300 mln aan langlopende leningen aangetrokken voor de jaren 2021, 2022 en 2023. |
Status risico | Met het afsluiten van de forwardleningen in 2020 is een gedeelte van de begrote financieringsbehoefte tot en met het jaar 2023 gedekt. Dit, in combinatie met de structurele onderuitputting op investeringen en budgetten, zorgt ervoor dat het werkelijke renterisico op de middellange termijn beperkt is. In 2021 was de € 100 mln aan gestorte forwardleningen voldoende om de liquiditeitsbehoefte te dekken. De rentetarieven zijn eind 2021 en begin 2022 gestegen tot iets boven de geprognosticeerde rente. Door de omvang van de nog aan te trekken geldleningen is het een reëel risico voor de begroting als de rente substantieel verder gaat stijgen. Door de sterk stijgende inflatie en de oorlog in de Oekraïne fluctueren de rentetarieven sterker dan in de afgelopen jaren en zijn de huidige rentevisies van de Nederlandse banken omgeven door grote onzekerheid. |